Casestudie 3: Duitsland: Diversificatie van gewassen om de stabiliteit van de waterkwaliteit te verbeteren
Cluster 1: Service crops
In Nedersaksen leidden de hoge veebezetting en de economische druk tot een vereenvoudiging van de teeltsystemen. Als gevolg van deze ontwikkeling steeg het stikstofgehalte in het grondwater, wat aanleiding gaf tot strengere bemestingswetten. Het gebied Nedersaksen wordt gekenmerkt door een verscheidenheid aan landbouwsystemen, waaronder gespecialiseerde veeteelt, gespecialiseerde akkerbouwsystemen en gemengde landbouwsystemen. De uitdaging bestaat erin belangrijke veranderingen in de landbouwpraktijken te ontwikkelen en door te voeren om aan de economische eisen en de eisen inzake stikstofgebruik te voldoen, zodat de landbouwinkomens stabiel blijven en de milieueffecten worden verminderd.
Wat waren de belangrijkste problemen die aan de basis lagen van het ontstaan van de casestudy?
Aan het begin van de casestudy was er in het gebied sprake van stijgende stikstofniveaus in het grondwater als gevolg van een hoog gebruik van organische meststoffen op zandige bodems en vereenvoudigde vruchtwisselingen om te voldoen aan de behoeften van de wijdverbreide veeteelt. Strengere algemene bemestingswetten in combinatie met barre weersomstandigheden deden het probleem van de stikstofuitspoeling toenemen, wat de bodemvruchtbaarheid aantastte. Terwijl de bemesting steeds meer aan banden wordt gelegd en de weersomstandigheden extremer worden, is het potentieel van vruchtbare en veerkrachtige bodems een aandachtspunt geworden. Met een verscheidenheid aan landbouwsystemen in het gebied, gaande van gespecialiseerde veeteelt tot gespecialiseerde teeltsystemen, naast gemengde landbouwpraktijken, zijn tegenmaatregelen moeilijk uit te voeren.
Hoe is het probleem aangepakt en welke actoren waren erbij betrokken?
De uitdaging bestaat erin vruchtwisselingsschema's te ontwikkelen en toe te passen die niet alleen het hoge risico op stikstofuitspoeling kunnen verminderen, maar de bodem ook waardevolle organische stof kunnen leveren, waardoor de bodemstructuur en het bodemleven worden verbeterd. Daarom worden gegevens en ervaringen uit de lopende adviesdiensten op het gebied van drinkwaterbescherming en ervaringen op landbouwbedrijven met verminderde grondbewerking in Nedersaksen gebruikt om geschikte oplossingen te ontwikkelen op individuele boerderijen in het midden van Nedersaksen, rond het regiokantoor Nienburg van LWK Niedersachsen. Hoewel het gebruik van permanente groene velden als mogelijke oplossing in dit gebied niet wijdverbreid is, wordt een netwerk van landbouwbedrijven opgezet om afzonderlijke maatregelen te testen en aan de huidige situatie in de regio aan te passen.
Onderzochte oplossing
Met extra vanggewassen en ondergezaaide gewassen in de hoofdteelt als belangrijkste maatregelen werden regionale landbouwbedrijven met bestaande ervaring met deze praktijken geïdentificeerd en gegroepeerd in een netwerk van landbouwbedrijven. In plaats van totaal nieuwe benaderingen en oplossingen uit te werken, werden de bestaande ervaringen verzameld en geëvalueerd. Aangezien de beschikbaarheid van kennis over dergelijke onderwerpen een van de grootste problemen lijkt te zijn, zijn verzamelde ervaringen en informatie verzameld en voorbereid voor verdere verspreiding onder een breder publiek. Intussen worden in het netwerk nieuwe benaderingen zoals direct zaaien en andere plant-in-green methoden besproken en in de praktijk getest om verdere aanbevelingen te kunnen doen. Al deze ideeën en ervaringen hebben geleid tot verschillende simulaties op het niveau van individuele vruchtwisselingen, maar ook op regionale schaal, waarbij de gecombineerde effecten van verschillende bedrijfstypen en aangepaste vruchtwisselingsstrategieën zijn geaccumuleerd.
Verwacht resultaat
Het verzamelen en delen van feitelijke niche-oplossingen en ervaringen op individuele landbouwbedrijven met een bredere groep landbouwers moet leiden tot een bredere toepassing van de aanbevolen maatregelen. Een frequenter gebruik van vanggewassen, zelfs gedurende korte perioden, of de invoering van ondergezaaide gewassen zal de landbouwbedrijven in staat stellen de minerale bemesting te verminderen en de stikstofverliezen te beperken door versterkte plant-bodem-interacties. De geschetste veranderingen in de vruchtwisseling zullen ook kunnen worden toegepast bij oplossingen voor andere problemen, zoals strengere wetgeving inzake het gebruik van bestrijdingsmiddelen of extremere weersomstandigheden. Hoewel een beoordeling van deze veranderingen in de vruchtwisseling de haalbaarheid van deze effecten aantoonde, werden nadelen voor de economische indicatoren geconstateerd, wat de noodzaak onderstreept om de afzonderlijke vruchtwisselingsreeksen verder aan te passen. Het belang van op maat gesneden oplossingen en de interactie van deze oplossingen op verschillende bedrijfstypen zal worden aangetoond door de analyse op basis van het stroomgebied, met gebruikmaking van het MAELIA-model. Samen met deze resultaten zal adequate informatie worden verzameld om het belang van gediversifieerde teeltsystemen in de hedendaagse landbouw te benadrukken, oplossingen aan te dragen voor individuele landbouwbedrijven en situaties, en het potentieel en de actiepunten op regionale schaal onder de aandacht te brengen.
Relevantie voor de DiverIMPACTS-doelstellingen
De casestudy verzamelt en deelt zowel bestaande als innovatieve informatie over de kansen en risico's van gediversifieerde teeltsystemen, met de nadruk op verhoogde bodemvruchtbaarheid. Met het doel om oplossingen te creëren en te verspreiden voor verschillende soorten landbouwbedrijven om het plantendek op het veld te verbeteren, zijn boeren in staat gesteld om hun economische stabiliteit te vergroten, kunstmatige inputs te verminderen en hun milieu-impact te verlagen. Verbeterde stikstof- en wateropslag in de bodem door langere perioden met levende wortels en verhoogde koolstofinput vermindert niet alleen de stikstofuitspoeling, maar vermindert ook de uitstoot van broeikasgassen en stabiliseert de opbrengsten. De combinatie van individuele experimenten en ervaringen van de landbouwers van de casestudy en de gemodelleerde benaderingen op veld- en regionaal niveau zal daarom helpen bij de beoordeling van verschillende benaderingen om de verschillende doelstellingen van gewasdiversificatie te bereiken, die door de casestudy zijn vastgesteld. Dit proces zal de verdere ontwikkeling van doeltreffende gewasreeksen voor verschillende landbouwtypes mogelijk maken en specifiek advies voor verschillende situaties opleveren. Tegelijkertijd wordt specifieke vakkennis aangepast voor een breder publiek en zijn er manieren om de opgedane ervaringen en innovatieve praktijken verder te verspreiden en te onderwijzen.
Casestudy nalatenschap
Met het einde van DiverIMPACTS zijn verbindingen gelegd met regionale werkgroepen van de Duitse vereniging voor conserveringslandbouw (GKB e.V.) met het doel het delen van ervaringen rond het boerennetwerk te ondersteunen en te vergroten, alsmede de ontwikkeling van verdere kennis en ervaringen. Daarnaast heeft een samenwerking met het Horizon 2020-project SHERPA (zie link hieronder) en zijn Multi-Actor Platform in Nienburg geleid tot verdere stakeholder-workshops en discussies over hoe de regionale ervaringen voor duurzamere landbouw verder kunnen worden verspreid en geïmplementeerd in duurzame oplossingen voor de waardeketen. Deze samenwerking zal na afloop van DiverIMPACTS worden voortgezet. Samen met verschillende regionale actoren zal een strategie worden ontwikkeld om kleinschaligere waardeketens te creëren en te ondersteunen, gebaseerd op producten van regionale boerderijen die meer duurzame praktijken volgen, zoals besproken in de casestudy.
Verdere informatie
Links
- rural-interfaces.eu: SHERPA Rural Science-Society-Policy Interfaces
- zenodo.org: Mit diversen Fruchtfolgen den Wasserschutz stärken - LWK & DiverIMPACTS
Casestudieteam
- Hauke Ahnemann, LWK Niedersachsen, leider van de casestudie
- Dirk Ehlers, LWK Niedersachsen, monitor casestudy