Gecombineerde vruchtwisseling, bedekte teelten en gezamenlijke gewassen (UK)
Duncan Farrington is een landbouwer van de 4e generatie op Bottom Farm. Hij verbouwt combineerbare akkerbouwgewassen op ongeveer 730 acres (300 hectare) rond het dorp Hargrave, Northamptonshire, Verenigd Koninkrijk. In 2005 werd Bottom Farm, als gevolg van de diversificatie van het bedrijf, de eerste Britse producent van koudgeperste koolzaadolie van zaad tot fles onder de merknaam Farrington's Mellow Yellow. Er wordt een brede wisselbouw van winter- en voorjaarsgewassen geteeld, waaronder tarwe, gerst, koolzaad en bonen. De gewassen worden geteeld met het oog op plaatselijke afnemers, aangezien de boerderij ideaal gelegen is in de nabijheid van verschillende maalderijen en eindgebruikers. Bottom Farm neemt verscheidene milieumaatregelen, waarbij moderne landbouwtechnologie wordt toegepast en tegelijk rekening wordt gehouden met het milieu. Beide zijn essentieel voor een geïntegreerde aanpak van het landbouwbeheer, waardoor het perfect is als LEAF (Linking Environment and Farming) demonstratieboerderij en LEAF Marque gecertificeerd landbouwbedrijf.
Probleem
De landbouwpraktijken op Bottom Farm draaien om het creëren van gezonde bodems, geïntegreerd met hoge milieu- en instandhoudingsmaatregelen. De productie van granen en oliehoudende zaden is belangrijk op Bottom Farm, maar door de jaren heen consequent dezelfde rotatie toe te passen, neemt het onkruid zoals zwartgras in granen, de schade door ongedierte in de vorm van duiven in koolzaad toe, evenals de toename van vele ziekten. Het eist ook zijn tol van de bodemvoeding. Duncan heeft gezocht naar manieren om deze problemen aan te pakken zonder het milieu uit het oog te verliezen.
Geïmplementeerde oplossingen
Duncan heeft gezocht naar manieren om zijn vruchtwisseling te diversifiëren en zo de bodemkwaliteit te helpen verbeteren, de onkruiddruk te beheersen, de vruchtbaarheid te verbeteren en ziekten en plagen te beheersen. De belangrijkste toepassing was het verbreden van de vruchtwisseling op het bedrijf. Historisch gezien was de vruchtwisseling als volgt: 50% eerste tarwe → 5-10% tweede tarwe → 30% koolzaad → 10% bonen zonder dek- of tussengewassen.
Nu is de vruchtwisseling op de Bottom boerderij: 40-50% Eerste tarwe → 20% koolzaad → 15% zomergerst → 15% bonen.
Tussen deze wisselteelt in, heeft Bottom Farm de afgelopen jaren dek- en tussengewassen geteeld. Zo wordt bijvoorbeeld vóór de zomergerst een afdekmix van zwarte haver, wikke en phacelia geteeld. De wintertarwe wordt nu midden tot eind oktober geplant. Daaraan voorafgaand wordt een tussengewas geteeld. In 2019 was dat boekweit, omdat het goed fosfaat kan binden en zeer snel groeit. Door de tweede tarwe te schrappen, zomergerst te introduceren en naast de dek- en tussengewassen meer leguminosen te telen, is de vruchtwisseling verruimd.
Uitdagingen
Sinds 1998 is Duncan op zoek naar manieren om de vruchtwisseling op Bottom Farm te diversifiëren en heeft hij een aantal verschillende teeltsystemen bekeken. In zijn woorden is het "vallen en opstaan. Ik heb ontzettend veel geleerd en geweldige ervaringen opgedaan. Ik maak nog steeds fouten, maar ik leer ervan en zal in de toekomst minder fouten maken". Het succes van het combineren van vanggewassen, bodembedekkers en gezelschapsgewassen in de vruchtwisseling op Bottom Farm heeft bewezen duurzaam en economisch levensvatbaar te zijn. De praktijk zorgt voor de bodem en creëert een voedingsgezonde en levendige bodem die de weg baant voor het telen van goede gewassen. Duncan gelooft dat een bredere vruchtwisseling de weg vooruit is voor duurzame landbouw; het is geen korte termijn oplossing maar een plezierige reis.
Waarom was het succesvol?
Bodembedekkers en vanggewassen helpen om de vruchtwisseling te verbreden. Het gebruik van totaal verschillende soorten in de mix helpt bij de onkruidbestrijding en is een aanvulling op het gewas en de bodemvoeding. Boekweit is bijvoorbeeld goed in het zoeken naar fosfaat, waardoor het beschikbaar komt voor het volgende gewas. Terwijl peulvruchten, zoals wikke en boon, stikstof vastleggen, waardoor het beschikbaar komt voor het volgende gewas. Duncan is ook aan het experimenteren met gezelschapsgewassen in zijn koolzaad, door er wikke naast te gebruiken om duivenschade gedurende de winter te helpen bestrijden. Door de wisselteelt uit te breiden met een mix van verschillende gewassen en soorten, is een ander voordeel dat ze allemaal verschillende wortelsystemen hebben. Zo is phacelia goed voor zijwortels, terwijl Europese haver of zwarte haver meer vezelige, diepere wortelsystemen hebben. Dit alles helpt om de bodem te breken en structuur te geven, zonder dat de bodem te veel wordt verstoord door zware bewerkingswerkzaamheden zoals ploegen. Wat de teelt betreft, werkt Bottom Farm sinds 1998 met een minimaal grondbewerkingssysteem en steeds meer met een nulgrondbewerkingssysteem. In combinatie met bodembedekkers en vanggewassen helpt dit om de bodembeweging te verminderen. Dit heeft geholpen om zwart gras onder controle te houden en de bodemkwaliteit op de boerderij aanzienlijk te verbeteren: het organisch materiaal in de bodem is sinds 2002 met ongeveer 75% toegenomen. Duncan heeft ondervonden dat het diversifiëren van zijn vruchtwisseling zowel ecologisch als economisch duurzaam is, wat allemaal deel uitmaakt van geïntegreerd bedrijfsbeheer. Er zijn economische voordelen behaald door naar het grotere geheel te kijken, van de gebruikte machines en de brandstofbesparing tot de verschillende soorten geteelde gewassen, wat goed is voor de bodemvoeding, de onkruid- en ziektedruk en de vermindering van het gebruik van kunstmatige bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Sinds deze praktijken zijn ingevoerd en gecombineerd, neemt de kationenuitwisselingscapaciteit van de bodem op Bottom Farm elk jaar toe, wat aantoont dat de voedingsdichtheid van de bodem verbetert en gezonder en veerkrachtiger wordt, zodat er gewassen met een hogere voedingsdichtheid kunnen worden geteeld.